Terug naar het nieuwsoverzicht.

Buiten breien is ontspannend

Door: Janita ten Voorde

HOOGERSMILDE - Over belangstelling voor haar initiatief hoeft Thérèse van Hoogdalem (52) niet te klagen. De opening van haar breituin in het Drentse Hoogersmilde haalde diverse landelijke dagbladen. Sindsdien stromen de reacties binnen. „Ik heb veel brieven van RD-lezers gehad. Een handwerkdocente die stopt belde om te vragen of ik haar collectie wil overnemen.”

Thérèse van Hoogdalem uit Hoogersmilde opende in juni een breituin. Elke eerste en tweede zaterdag van de maand kunnen bezoekers buiten breien of een andere manier van handwerken. „Buiten werken is ontspannend. Ik zit alleen binnen als het echt moet.”
Foto: Jacob Melissen
Het raam in de riante woonkeuken van Van Hoogdalem biedt een prachtig uitzicht op het berijpte Drentse landschap. In de achtertuin grazen schapen en geiten en scharrelen een aantal kippen.Op de tafel ligt een half afgemaakt breiwerk met enkele bollen wol in vrolijke kleuren. „Binnenkort heb ik een themadag over het werk van kunstenaar Kaffe Fasset. Ik ben alvast begonnen met een vestje voor mijn kleindochter in zijn stijl.”

De Drentse opende afgelopen zomer een breituin. Elke eerste en tweede zaterdag van de maand kunnen bezoekers buiten breien of een andere manier van handwerken. In de herfst en winter is er plaats in de woonkeuken van Van Hoogdalem. „Buiten werken is ontspannend. Ik zit alleen binnen als het echt moet.”

De breituin staat niet op zichzelf, maar is onderdeel van Sifonofoor, het bedrijf van Van Hoogdalem. Het is genoemd naar de Latijnse naam voor holtedieren. „Holtedieren bestaan uit verschillende cellen, maar zijn samen één wezen. Zo is het ook in mijn bedrijf. Ik organiseer verschillende activiteiten, zoals de breituin en workshops, en ik geef demonstraties van oude ambachten, zoals spinnen, wol verven en jam maken. Mijn hoofddoel is het bewaren en doorgeven van oude ambachten en vaardigheden.”

De aanleiding voor de oprichting van Sifonofoor, begin dit jaar, was de constatering dat oude ambachten verdwijnen, vertelt de Drentse. „Weinig jonge mensen kunnen breien of haken, omdat er geen les meer in wordt gegeven op school. Veel ouderen komen door gebrek aan tijd weinig toe aan handwerken. Dat vind ik jammer. Oude ambachten horen bij onze cultuur. Je kunt er veel creativiteit in kwijt.”

Met de breituin wil Van Hoogdalem een ontmoetingspodium creëren. „Iedereen met een set breipennen kan bij mij terecht: oud en jong, beginners en gevorderden. Ik wil een uitwisselingsproject op gang brengen. Ouderen hebben immers de vaardigheden. Jongeren durven van de geijkte paden af te wijken. Door samen te werken kun je kennis uitwisselen, elkaar inspireren.”

Het belangrijkste vindt de initiatiefneemster dat bezoekers plezier krijgen in handwerken. „Ik heb zelf moeizaam breien geleerd. Mijn eerste breiwerk was een pannenlap. Ik werkte met stug wit katoen op ijzeren pennen. Als ik twee rijen had gebreid, zat mijn werkje muurvast. Voor een kind is daar natuurlijk niets aan. Daarom overleg ik nu altijd met mensen wat ze willen leren. Bovendien laat ik zien dat breien niet alleen op de ouderwetse manier hoeft. Vroeger begon iedereen bij het maken van een trui onderaan bij het boord en eindigde men bij de kraag. Ik houd van experimenteren, me niet aan de normale regels houden. Alles onorthodox aan elkaar breien.”

Sinds de opening hebben tientallen mensen, voornamelijk vrouwen, de weg naar de breituin gevonden. Daarnaast kreeg Van Hoogdalem via brieven en telefoontjes veel reacties op haar initiatief. Ze pakt er een kartonnen doos bij waarin diverse haak- en breiwerkjes zitten. „Een man uit Nieuw-Lekkerland belde me op of ik de brei- en haakwerkjes van zijn overleden vrouw wilde hebben. Hij vond het jammer om ze weg te gooien en hoopte dat ik er nog wat mee kon. Ik denk dat ik er een soort tableau van maak, waarna ik ze ophang. Zo kunnen ze mooi dienen als voorbeeld.”

De breituin is in december en januari gesloten. „Mensen zijn met de feestdagen te druk om te breien. Bovendien wil ik mezelf bezinnen op het komende jaar. Ik werk nu elke week 36 uur in de verzorging. Dat zou ik willen verminderen om meer tijd te besteden aan Sifonofoor. Ik zou bijvoorbeeld heel graag breien met demente mensen, om op die manier herinneringen van vroeger met hen op te halen. Hopelijk komt er een tijd dat ik mijn dromen kan realiseren.”

Reformatorisch Dagblad - 27 december 2007